maandag 10 november 2008

Jamies leerlingen


Wat moet je met aparte kinderkookboeken als je ook naar de boekwerken van Jamie Oliver kunt grijpen? Voor Niels is de keuze niet zo moeilijk: de Engelse jongensachtige kookboekenschrijver spreekt voor hem veel meer tot de verbeelding. Een uur lang bestudeert hij de plaatjes en teksten (en ziet op de foto's ook veel kinderen langskomen). Daaruit stelt hij zijn eigen driegangenmenu samen: salade met gepocheerd ei, croutons en pancetta, kip in zoetzure saus en Jamie's wrede chocolademousse.

"Jamie maakt gemakkelijke recepten!", zegt Niels later enthousiast, als hij samen met Jasper aan het koken is. De paprika’s en rode uien hoeven van Jamie namelijk niet fijngesnipperd te worden, maar mogen in grove stukken de pan in. Een chocoladereep au bain Marie met boterklontjes mengen, vindt hij ook een fluitje van een cent. Hoogtepunt van de kooksessie vormen de peper- en zoutmolens, waarmee de kinderen volgens Jamies aanwijzingen royaal aan de slag mogen.

De schotels zien er bij het opdienen prachtig uit. Het eten daarvan bevalt Niels iets minder. De dressing bij de salade is hem iets te zuur, de kippenbouten eet hij het liefst zonder de zoetzure saus en de chocolademousse vindt hij te bitter.

Maar dat is geen probleem, vindt hij. Een kok hoeft zijn eigen gerechten niet op te eten, dus hij ziet zijn glanzende kookcarrière nog steeds helemaal voor zich. Want de koks die op plaatjes steevast met een hele ronde buik afgebeeld staan, zo'n kok wil hij helemaal niet worden.

zaterdag 1 november 2008

Roze pannenkoekjes

Mijn heimelijke genoegen is om kookwinkels af te struinen. Zo'n parmezaanraspje, dressingshaker of crême-bruléebrandertje staan me daar dan verleidelijk toe te lachen. Lopend naar het volgende schap word ik weer iets nuchterder en realiseer ik me dat ik helemaal nóóit crême brulée maak. En dat ik thuis de enige liefhebber ben van dit toetje, dus dat ik deze hobby beter op de volgende vakantie in Frankrijk kan uitleven.

De volgende stap is daarna om ongehinderd langs de kasten met kookboeken te lopen. Moeilijk, heel moeilijk. Je zou kunnen zeggen 'ik heb al een kookboek', maar zo werkt dat bij mij niet. De inventiviteit van kookboekenmakers om bij mij weer met dat ene nicheboekje te confronteren dat een nog onontdekt kookdomeintje bestrijkt, is echt onnavolgbaar. Ik realiseer me dat er thuis nog een heleboel niet uitgeprobeerde recepten op mij liggen te wachten. Pfff, net op tijd.

Als de kookboeken zelf niet meer genoeg verleidingskracht hebben om klanten te verlokken, kunnen uitgevers altijd nog de kookboekenschrijvers ten tonele voeren. Ronald Giphart presenteerde in onze boekwinkel zijn boek Keukenprins. Zijn geheime wapen was zijn schattige tienjarige zoon, die ijverig mee stond te snijden achter de geïmproviseerde kooktafel in de boekhandel. Kijk nou, hij legt knoopjes in stengeltjes bieslook voor de garnering!

Giphart had ook nog zijn concullega Pierre Wind meegenomen als sidekick. Wind is baas boven baas, want schrijver van het boek Keukenkoning. Twee ADHD-koks achter de potten en pannen, dat is wel wat veel van het goede. Giphart liet prompt de hele kom met avocadomousse uit zijn handen kletteren, wat het geheel wel weer heel amusant maakte.

Het engelachtige zoontje van de keukenprins wilde heus wel eten, maar Giphart had ook een dochtertje dat een gewisse toekomst tegemoet ging als anorexiapatiëntje. Omdat ze wel van pannenkoeken hield, mixte Giphart allerhande groente in het beslag. Dit keer ging er geraspte rode biet doorheen, zodat de pannenkoekjes felroze kleurden. Tip voor ouders: gesmolten boter er doorheen voor de extra rijke smaak. Het is voor kinderen ten slotte, zei de keukenprins. Samen met de gifgroene avocadomousse - met extra mayonaise, het is voor kinderen tenslotte - een knallend geheel.

Hoe aardig ook gebracht, de aankoop van dit kookboek lieten we toch maar achterwege. Ik had mijn eigen kokkie Niels bij me, die het hele verhaal over de kindvriendelijkheid van de bietenpannenkoekjes niet slikte. En dat dochtertje van Giphart waarschijnlijk ook niet, voorspelde hij.

Dit stukje verscheen ook op Ideeënmaker