Toegegeven, de bereiding van een gerecht met aubergine gaat vaak mis. In restaurants loop je het risico dat je een schaaltje olie krijgt, waarin plakjes aubergine drijven. Of het gerecht heeft niet lang genoeg in de oven gestaan, zodat de hap pas half gaar is. Dat overkwam me afgelopen zomer nog in een Italiaans restaurant in Zwitserland.
Maar als de aubergine goed bereid is, is het een zalig gerecht. Echt waar! Met deze caponata lukte het me eindelijk om ook mijn gezinsleden daarvan te overtuigen. De combinatie van zoet en zuur met aubergine is bijzonder smaakvol. Perfect om deze nazomer nog te dromen van Italië.
Caponata
Ingrediënten:
- 1 ui
- 2 teentjes knoflook
- 1 aubergine
- 2 stengels bleekselderij
- 1 paprika
- 1 blik gepelde tomaten
- 125 ml. olijfolie
- 2 eetlepels kappertjes
- 50 gram groene olijven
- 4 eetlepels rode wijnazijn
- 1 eetlepel suiker
- een handje peterselie
Snijd de ui en de knoflooktenen klein en maak de andere groenten schoon. Snijd de aubergines in dobbelstenen. Verhit de helft van de olie op hoog vuur. Bak de aubergineblokjes in vijf minuten bruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier en bestrooi met zout. Verhit de rest van de olie in dezelfde pan op laag vuur. Bak hierin de ui, de bleekselderij en de paprikastukjes enkele minuten. Voeg de tomaten toe en laat ze een kwartier zachtjes koken, zodat het vocht grotendeels verdampt.
Spoel de kappertjes af en hak de olijven in stukjes. Dep de aubergineblokjes droog en doe de aubergine, kappertjes, olijven, azijn en suiker in de pan. Laat het geheel nog vijf tot tien minuten zachtjes prutttelen.
Breng de caponata op smaak met zout, versgemalen peper en zo nodig extra azijn of suiker. Laat het gerecht afkoelen en serveer met gehakte peterselie. Geroosterde pijnboompitjes zijn er ook heerlijk over. Je eet de caponata lauw of op kamertemperatuur als bijgerecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten